Wat maakt een goede leidinggevende een goede leidinggevende? Komt het door zijn of haar inhoudelijke kennis of vaardigheden of gaat het meer om de interpersoonlijke kwaliteiten? Wat is het verschil precies tussen deze zogenaamde hard skills en soft skills, en welke zijn belangrijker voor leidinggevenden?
Hard skills zijn vaardigheden die aangeleerd zijn. Het zijn de specifieke vaardigheden die nodig zijn voor een bepaalde baan. Bij hard skills kun je bijvoorbeeld denken aan kunnen coderen of een data-analyse uitvoeren. Soft skills daarentegen zijn vaardigheden die je overal kunt inzetten, ongeacht je werkzaamheden. Je kunt hierbij denken aan communiceren en samenwerken.
Sinds 1980 is op de werkvloer steeds meer komen te liggen op het bezitten van soft skills1. Niet alleen voor medewerkers is het belangrijk om soft skills te hebben, ook voor leidinggevenden is het heel belangrijk om soft skills te bezitten2. Een aantal voorbeelden van belangrijke soft skills voor leidinggevenden: communicatie, luisteren en feedback geven. Ook is het belangrijk om zelf open te staan voor feedback. Met deze soft skills kun je als leidinggevende je medewerkers betrokken en gemotiveerd houden.
Een gebrek aan soft skills bij het leidinggeven en een te grote nadruk op taakgerichte sturing kan uiteindelijk leiden tot een ongemotiveerd team, weerstand, geen gedeeld verantwoordelijkheidsgevoel en weinig betrokkenheid. Het is vanzelfsprekend dat dit niet bijdraagt aan de productiviteit en werkgeluk van medewerkers.
Hoe belangrijk deze vaardigheden voor leidinggevenden zijn, toch is de actie die genomen wordt voor de ontwikkeling van deze vaardigheden nog gering. Een coach kan goede ondersteuning bieden bij het verder ontwikkelen en inzetten van soft skills bij leidinggevenden.
Referenties
1Deming, D. J. (2017). The growing importance of social skills in the labor market. The Quarterly Journal of Economics, 132(4), 1593-1640.
2Marques, J. (2013). Understanding the strength of gentleness: Soft-skilled leadership on the rise. Journal of Business Ethics, 116(1), 163-171.